Graaigras

‘Ganzenexpert en wildschadebestrijder’ Albert Boom ‘oogst ganzen’ voor Staatsbosbeheer bij de Reeuwijkse Plassen, omdat die in steeds groteren getale in Nederland blijven broeden en schade veroorzaken voor boeren die hun koeien van hetzelfde gras willen laten grazen (Binnenstebuiten aflevering 53, NPO2, woensdag 17 maart ’21, 5:00).

Natuurlijk kan gras maar eens in de paar dagen begraasd worden, en kunnen de ganzen niet zien dat zij op de minder voedzame vegetatie van Staatsbosbeheer moeten wezen in plaats van op het naastgelegen grasfalt van de boeren. Daar kan verjagen of eventueel bejagen bij helpen.

Maar om de ganzenexpert te horen zeggen dat een gans hele grasplanten uit de bodem trekt (met z’n hoornachtige, getande snavel) terwijl een koe het gras afsnijdt met haar tong… dat is wel een erg onnozele voorstelling van zaken.

Gras en grazer zijn in de loop van duizenden jaren aan elkaar aangepast geraakt. Gras staat niet voor niets op het menu van gans en koe: het overleeft begrazing. Ganzen plukken met snelle bewegingen de bovenste malse centimeter van een grasplant af en komen terug wanneer het na een paar dagen weer is aangegroeid. Ze hebben niets aan de houtige onderkant van de grasplant, laat staan aan wortels en aarde. Als gras los in de grond stond, zou een koe met elke tong vol gras het formaat van een schotel aan kale grond achterlaten.

Wel loffelijk dat Boom de geoogste ganzen helemaal gebruikt, van B(iefstuk) tot W(orst).